ERK-niveau: vanaf A1 (Beginner).

Activiteit / Lesidee: spreek- en luistervaardigheid

Aantal spelers: 2 of meer.

Speel de Franse variant op het geheugenspel “Ik ga op reis en ik neem mee…” en leer ondertussen nieuwe woorden…een leuke en eenvoudige oefening op het gebied van luister- en spreekvaardigheid! “Dans mon sac à dos,  j’ai...” (In mijn rugzak,  heb ik…).

Dit ga je leren

• Luistervaardigheid: Franse woorden goed verstaan en begrijpen;
• Spreekvaardigheid: Franse woorden goed uitspreken;
• Grammatica: de lidwoorden un en une juist gebruiken voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden evenals het bezittelijk voornaamwoord mon/ma/mes (mijn);
• Eventueel een woordenboek of vertaalsite gebruiken;
• Je geheugen trainen.

Benodigdheden:

Het is makkelijk een woordenboek of vertaalsite (bijv. www.mijnwoordenboek.nl) bij de hand te hebben.

Voorbereiding:

• Praat voor je met dit spel begint samen over vakantie. Waar ga je heen? En wat neem je mee? Zonnebrand, een zonnebril, ski’s, zwemkleding, je smartphone….
• Neem daarna – indien nodig – de Franse vertaling van deze woorden door.

Zo gaat het spel:

• De eerste speler zegt: “Dans mon sac à dos, j’ai…” (In mijn rugzak, heb ik een…”) en vult een Frans voorwerp in, bijvoorbeeld “une guitare / een gitaar”;
• De tweede speler herhaalt in het Frans de zin die de eerste spreker gezegd heeft “Dans mon sac à dos, j’ai une guitare” en voegt een voorwerp toe dat hij/zij zelf uitkiest, bijvoorbeeld “et mon smartphone“;
• De derde speler herhaalt de zin zoals die door de vorige spelers gevormd is ‘Dans mon sac à dos, j’ai une guitare, mon smartphone et…” en voegt weer een woord toe, bijvoorbeeld ‘mes lunettes de soleil‘ (mijn zonnebril);
• Et ainsi de suite…en zo verder. Let op dat steeds alle voorwerpen juist en in de juiste volgorde worden opgenoemd!;
• Als een speler een voorwerp vergeet of de verkeerde volgorde gebruikt is hij/zij af;
• De laatste speler die overblijft is de winnaar.

TIP 1: Maak het spel visueel door een briefje mee rond te laten gaan. Als een leerling aan de beurt is tekent hij het voorwerp wat hij/zij erbij bedenkt (zonder het woord erbij te schrijven natuurlijk). De tekeningen van vorige leerlingen helpen bij het vinden van de woorden die al genoemd zijn.