Door Sandra van Die
Esther Karels is een ervaren docent Frans. Ze is 48 jaar, woont in Apeldoorn en heeft 5 kinderen in de leeftijd van 5 tot 22 jaar. Dit maakt dat zij veel feeling heeft voor de verschillende fases in leren.
Een aantal jaar geleden maakte ze de ommezwaai van voortgezet naar basisonderwijs. Ze is nog steeds blij met haar besluit. Spelenderwijs Frans onderwijzen spreekt haar aan. Omdat ze met kleine groepen werkt, kan ze veel aandacht geven aan elk individueel kind.
Le coup de foudre
Voor Esther was de kennismaking met het Frans op haar middelbare school liefde op het eerste gezicht. Ze vond de taal mooi en hield meteen van de cultuur en het landschap van Frankrijk. Daardoor wist ze toen al wat ze wilde gaan doen: Frans studeren. Dat deed ze aan de universiteit van Utrecht. Meteen na haar afstuderen kreeg ze een baan in het voortgezet onderwijs. Haar onderwijsbevoegdheid heeft ze in de avonduren gehaald.
TV5Monde
Volgens Esther moet je je eigen kennis van het Frans wel goed onderhouden en daarom luistert ze een paar keer per week naar het journaal van TV5Monde. Ze gaat elk jaar met haar gezin naar Frankrijk. Haar kinderen zijn gelukkig ook enthousiast. Slechts één heeft het vak tot nu toe niet gekozen, vanwege een meer exacte aanleg. Dat zoveel leerlingen het tegenwoordig niet meer tot het eindexamen houden, baart haar zorgen. Een taal leren is mooi en zeer waardevol, maar op dit moment lijkt dat minder te spelen in de maatschappij. Ze hoopt dat die tendens snel zal veranderen.
Professionaliteit
Esther heeft eerst op middelbare scholen gewerkt en is pas later Frans op een basisschool gaan geven. Een bewuste keuze. Op een basisschool heeft ze kleinere groepen en kan ze meer aandacht geven aan elk individueel kind. Ook om de combinatie van werk en gezin behapbaar te houden, heeft ze een ommezwaai naar het basisonderwijs gemaakt. Ze is naast haar baan als docent ook freelance vertaler en schrijft af en toe artikelen over de Franse literatuur en geschiedenis.
Basisonderwijs
In 2015 kon Esther op de basisschool van haar kinderen beginnen als vrijwilliger. Dat was een goede start, want zo kon ze eerst kijken of het haar beviel. Zodra de schoolleiding ook de meerwaarde haar lessen inzag, heeft ze ook een factuur naar de school kunnen sturen. Dat vindt Esther belangrijk voor haar professionaliteit. Het is namelijk niet alleen het lesgeven, maar ook voorbereiding, nakijkwerk, contact met de leerkrachten en soms ouders. Dat geeft meer professionele verantwoordelijkheid en daardoor voelt het echt meer dan een vrijwillige taak.
Eigen website
Sinds het afgelopen najaar heeft Esther ook een eigen website, waarop ze haar diensten aanbiedt en haar tarieven vermeldt. Dat is volgens haar een must als je scholen aanschrijft. Via de site kunnen geïnteresseerden alle gegevens van haar vinden. Wegens Covid had ze niet gelijk succes, maar inmiddels zijn er een aantal scholen die haar hebben gevonden. Basisscholen hebben veel op hun bordje en ook niet altijd veel fondsen voor dit soort zaken, maar uiteraard hoeven het ook niet veel scholen te zijn. Door haar site geeft ze nu ook online Nederlandse les aan een Parisienne die gaat emigreren naar Nederland.
Appétit
Esther vindt het belangrijk dat kinderen al jong een extra taal leren, om appétit te krijgen voor later, maar ook als goede voorbereiding op hun algemene taalbeheersing. In principe maakt het dan niet uit welke taal dat is. Op de basisschool vinden veel kinderen het heel leuk, zo’n vreemde taal. Zij geeft nu zelf les aan kinderen uit groep 4, 5 en 6. Dat was eerst wel even wennen, omdat ze natuurlijk veel jonger zijn dan de pubers die ze eerst gewend was. Maar ze heeft inmiddels zelf veel materiaal verzameld dat aanslaat.
Kleine groepen
De kinderen die in haar groepen zitten – meestal niet meer dan 12 – worden aangedragen door de leerkrachten en/of de Intern Begeleider (IB-er). Het gaat vaak om meer- en hoogbegaafde leerlingen. Soms betreft het ook leerlingen die iets ouder zijn in een klas (zoals oktober leerlingen) en wat meer aankunnen. Vaste routines en veel herhaling zijn een must. Ze bereidt haar lessen goed voor en maakt daarbij gebruik van spelletjes, liedjes en filmpjes. Een digibord is daardoor onmisbaar. De bestaande lesmethodes gaan te snel, vindt Esther, en zijn gauw te moeilijk. Ze gaan vaak uit van meer lesuren in de week. Er zou nog een mooie slag te slaan zijn voor een uitgeverij om daarop in te springen, want zelf je lessen maken kost echt veel tijd.
Uitwisseling met Platform
Esther is al een oude bekende van ons Platform Vroeg Frans en is heel blij met de studiedagen die wij organiseren (meestal in de maand september). Frans geven aan jonge kinderen is wel iets anders dan aan pubers, dus de info die ze krijgt via de nieuwsbrieven of bijeenkomsten van de Café & Croissant Junior-bijeenkomsten is waardevol voor haar. Daarnaast hebben leden van het platform ook al een aantal keer gebruik mogen maken van haar leuke ideeën, dus er is duidelijk sprake van een mooie win-win situatie.
Meer informatie
Meer weten over de Franse lessen op de basisschool van Esther Karels? Neem eens een kijkje op haar website: www.estherkarels.nl