GASTBLOG: ELISE BOUMAN. Docent Frans Stedelijk Gymnasium Leiden*
ERK-niveau: vanaf A1 (beginner en verder).
Activiteit: woordjes leren (vocabulaire).
Woordjes leren is belangrijk, maar blijkt in de praktijk vaak tijdrovend en saai. Bovendien vergeten veel leerlingen de woorden snel. Kan het ook anders? Ja! Pas volgde ik een workshop waarbij ik kennis maakte met vocabulaire leren via een mindmap (carte mentale). Ik heb deze manier gelijk toegepast in mijn brugklassen en mijn leerlingen waren enthousiast. Dat is niet gek! Bij deze manier van leren, mag je zelf de woorden kiezen die je wil onthouden. In dit artikel leg ik uit hoe de methode werkt en geef ik tips voor docenten én voor leerlingen die deze manier van woordjes leren willen uitproberen.
Le vocabulaire est personnel!
Eerst even een stukje achtergrond. Een woordenschat in de praktijk is veel méér dan een verzameling woorden. Tijdens de workshop die ik volgde, liet Amandine Quétel – auteur van verschillende methodes Frans bij uitgeverij EMDL – dat zien aan de hand van twee voorbeelden. Ik heb de voorbeelden aangepast aan de Nederlandse situatie.
Voorbeeld 1: Het lijkt een eenvoudige vraag, maar wat zie je hier?
De één zal denken ‘patat’, de ander ‘friet’. Het product blijft hetzelfde, maar afhankelijk van de streek of het gezin waar je bent opgegroeid, gebruiken mensen dus een ander woord.
Voorbeeld 2: Waar denk je aan bij het woord “kaas”? Foto 1 of foto 2?
Sommige mensen zien bij het woord “kaas” allerlei kazen uit verschillende landen voor zich. Zij kiezen voor foto 1. Voor anderen is kaas gewoon Nederlandse kaas. Zij kiezen foto 2. De conclusie: een zelfde woord kan heel verschillende beelden oproepen bij mensen.
Je eigen woordenschat opbouwen
Omdat een zelfde woord dus verschillende beelden kan oproepen, kan het helpen om woorden te leren met afbeeldingen. Ook kan je woorden meer ‘gepersonaliseerd’ leren, bijvoorbeeld met een mindmap (une carte mentale). Deze wordt vaak gebruikt om ideeën te structuren bij de zaakvakken, maar je kan een mindmap ook inzetten bij talen. Belangrijk uitgangspunt is dat de leerling zelf kiest welke woorden hij of zij ‘mee wil nemen’.
Voorbeeld-mindmap ‘Jezelf voorstellen’
Ik besloot de techniek toe te passen in mijn twee brugklassen. Mijn leerlingen werken met de methode À plus, waarbij gewerkt wordt met lessen rondom een thema. Les 1 gaat bijvoorbeeld over jezelf voorstellen: Moi, c’est… In de lessen zocht ik naar subthema’s uit het hoofdstuk over jezelf voorstellen: les langues (talen), la famille (familie), les animaux (dieren), les sports (sporten), les objets (objecten). Deze subthema’s zette ik in een mindmap, die ik maakte met de gratis website Coggle.it. Ik koos ervoor de mindmap aan te bieden met een aantal lege vakjes. Hierin kunnen de leerlingen zelf woorden invullen die ze graag willen leren/onthouden.
Gemotiveerd!
De leerlingen gingen aan de slag en ik was verrast. Ze werkten hard en zeer gemotiveerd en ze reageerden enthousiast op de kleurtjes bij de lidwoorden: “Hé, nu zie ik gelijk of het mannelijk of vrouwelijk is!” Ook kwamen er interessante grammaticale vragen, zoals: “Mevrouw, hoe moet ik de kleurtjes gebruiken bij aimer en français?” Opvallend was dat ze direct aanvoelden dat dit een nuttig document was dat hen zou gaan helpen om zelf echt iets over zichzelf te kunnen vertellen. Naast de eerste zes cartes mentales die ik nu gemaakt heb, overweeg ik dit ook voor de rest van het boek te gaan maken. Vooralsnog heb ik het plan om dit volgend jaar als boekje aan te bieden zodat leerlingen echt hun eigen dico personnel kunnen bouwen.
Tips voor leerlingen
Wil je leren werken met mindmaps? Dan adviseer ik je het volgende:
- Noteer eerst de titel van het hoofdstuk dat je in een mindmap wil verwerken.
- Als de leerdoelen benoemd staan in jouw methode, neem deze dan over en bedenk welke vocabulaire daarvoor nodig is. Bijvoorbeeld bij het leerdoel ‘praten over hobby’s’: muziek maken/sport/spellen. Geef al die kopjes een tak in jouw mindmap.
- Als de leerdoelen niet benoemd staan in jouw methode, kijk dan wat je leert bij de opdrachten. Kijk ook wat de overeenkomst is tussen de woorden die je moet leren bij die les. Moet je bijvoorbeeld de woorden le balcon (het balkon), le jardin (de tuin), la cuisine (de keuken) leren, dan is het thema van die les waarschijnlijk la maison (het huis).
- Probeer alle thema’s een eigen tak te geven vanuit de titel en hang daar drie lege takjes aan. Probeer voor elk takje de woorden te bedenken die jij zou willen onthouden. Dus woorden die bij jou passen.
Tips voor docenten
Voor docenten die hun leerlingen willen leren werken met mindmaps, zou ik deze tips mee willen geven:
- Laat de leerlingen de mindmap invullen met het boek/de woordenlijst ernaast, zodat je iets zekerder weet dat ze ze correct invullen.
- Laat leerlingen de lidwoorden invullen met een andere kleur: bijvoorbeeld mannelijke lidwoorden in blauw (le garçon) en vrouwelijke in rood (la fille).
- Leg leerlingen duidelijk uit dat het hun persoonlijke woordenboekje wordt dat bedoeld is om over zichzelf te kunnen praten. Bij dieren kunnen ze bijvoorbeeld hun huisdier invullen. Of juist dieren die ze heel eng vinden (of heel leuk). Als dat dieren zijn die niet in de methode staan, dan mogen ze die opzoeken.
- Ik vraag hen drie dingen in te vullen die zij nog wel eens denken te gebruiken. Het moeten dus woorden zijn die voor hen nuttig zijn (mag zowel positief als negatief). Meer mag!
Conclusie
Het voordeel van woorden leren met een mindmap is dus dat leerlingen gemotiveerder zijn, omdat ze het nut ervan inzien. Bovendien blijken leerlingen de woorden die ze zelf uitkiezen en zinvol vinden ook langer te gebruiken. Zelf denk ik niet dat ik de leerlingen alleen deze woorden aan wil leren. Vooral de bijwoorden zouden dan in het gedrang kunnen komen. Maar ik denk dat het gebruik van de mindmaps wel een mooie toevoeging is aan het leren van lijstjes.
Veel succes met leren! Bon apprentissage!
Gastblog*
Dit gastblog is geschreven door Elise Bouman. Elise is docente Frans en decaan op het Stedelijk Gymnasium Leiden. Zij geeft daar les in alle leerjaren. Eerder gaf zij ook les in het HBO en op verschillende scholengemeenschappen. Elise studeerde Frans aan de universiteit Leiden. Daarnaast schrijft zij ook recensies over onderwijsliteratuur voor het onderwijsblad Didactief en verzorgt zij presentaties en cursussen over verschillende onderwijsgerelateerde onderwerpen.