ERK-niveau: Vanaf A1 (beginners)
Activiteit: grammatica
De meest gebruikte Franse werkwoorden zijn: Être (zijn) en Avoir (hebben). In bijna ieder Frans gesprek en iedere tekst kom je ze tegen. Wil je jezelf voorstellen? Ook dan is het handig om deze werkwoorden te kennen. Dat wordt leren en veel oefenen dus!
In dit overzicht geef ik je tips om de werkwoordsvervoegingen van Être en Avoir te leren: inclusief voorbeeldzinnen, oefeningen en audiobestanden voor de juiste uitspraak!
1. ÊTRE = zijn
Hieronder vind je een overzicht met de meest voorkomende tijden van het werkwoord Être (zijn). Je zult zien dat het werkwoord niet volgens vaste regels vervoegd wordt: Être is namelijk een onregelmatig. Je zult de rijtjes dus uit je hoofd moeten leren!
Met deze leertips – voorbeeldzinnen, uitspraak en oefeningen – gaat dat vast lukken!
A. VOORBEELDZINNEN
Je suis Hollandais (Ik ben Nederlander).
Je suis Hollandaise (Ik ben Nederlandse).
B. VERVOEGING VAN ‘ÊTRE’ (=ZIJN) IN DE PRÉSENT
(onvoltooid tegenwoordige tijd = ott)
Ik ben = Je suis
Jij bent = Tu es
Hij is = Il est
Zij is = Elle est
Men is = On est
Wij zijn = Nous sommes
Jullie zijn / u bent = Vous êtes
Zij zijn (m)= Ils sont
Zij zijn (v) = Elles sont
Meer tijden van Être (incl. Passé Composé, Imparfait & Futur)
C. LEERTIP!
Leer de vervoeging van dit werkwoord in de Présent met muziek:
Youtube-filmpje Être met muziek (Alain le Lait)
Youtube-filmpje Être en Avoir met muziek (Pickupguitar)
D. OEFENINGEN ÊTRE (Au Présent)
Oefen het werkwoord être in de présent (onvoltooid tegenwoordige tijd) via deze sites:
Oefening 2 (Sudoku van Juf Leontien)
Oefening 3 (Video en invuloefening)
Oefening 4 (Werkwoorden oefensite)
Oefening 5 (Invuloefening Être met de Pink Panter)
2. AVOIR = hebben
Hieronder vind je een overzicht met de meest voorkomende tijden van het werkwoord Avoir (hebben). Je zult zien dat het werkwoord niet volgens vaste regels vervoegd wordt: Avoir is namelijk een onregelmatig. Je zult de rijtjes dus uit je hoofd moeten leren!
Met deze leertips – voorbeeldzinnen, uitspraak en oefeningen – gaat dat vast lukken!
A. VOORBEELDZINNEN:
J’ai les cheveux blonds (ik heb blond haar).
J’ai les yeux verts (ik heb groene ogen).
Het werkwoord avoir gebruik je ook als je spreekt over leeftijd:
Tu as quel âge? (Letterlijk: welke leeftijd heb jij? / Hoe oud ben jij?)
J’ai treize ans (Ik ben 13 jaar).
B. VERVOEGING VAN ‘AVOIR’ (=HEBBEN) IN DE PRÉSENT
(onvoltooid tegenwoordige tijd = ott)
Onregelmatig werkwoord
Ik heb = J’ai
Jij hebt = Tu as
Hij heeft = Il a
Zij heeft = Elle a
Men heeft = On a
Wij hebben = Nous avons
Jullie hebben of U heeft = Vous avez
Zij hebben (mannelijk) = Ils ont
Zij hebben (vrouwelijk) = Elles ont
MEER TIJDEN AVOIR (incl. Passé Composé, Imparfait, Futur)
C. LEERTIP!
Leer de vervoeging van dit werkwoord in de Présent met muziek:
Youtube-filmpje ‘Avoir & Être’ van Alain le Lait.
D. OEFENINGEN AVOIR (Au Présent)
Oefen het werkwoord Avoir in de présent (onvoltooid tegenwoordige tijd) via deze sites:
Oefening 2 (Video en invuloefening)
Oefening 3 (Werkwoorden oefensite)
Oefening 4 (Invuloefening Avoir met Pink Panter)
EXTRA:
Oefening met Être èn Avoir (2 werkwoorden door elkaar gebruikt)
Dank u wel ik heb veel bij geleerd bedankt